stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften.

Op 3 juni 2017, over deze onderwerpen: 7. Openbare werken, 11. Allerlei

Betreft : extra agendapunt voor de gemeenteraad dd. 01/06/2017 : Vraag naar de argumenten van het college van burgemeester en schepenen om af te wijken van de voorschriften van toepassing op percelen gelegen in het RUP Kluizenmolen en waarbij die afwijkingen op geen enkele manier nog kunnen beschouwd worden als “beperkte afwijkingen” inzake stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. 

 

Geachte Heer,

Het behoort het college van burgemeester en schepenen toe om stedenbouwkundige vergunningen af te leveren.  Aan deze aanvraag worden een aantal adviezen toegevoegd zodat alle leden van het college zich optimaal van hun taak kunnen kwijten en dus goed geïnformeerd een beslissing kunnen nemen. Een aantal van deze adviezen zijn verplicht.

Als betrokken gemeenteraadslid lees ik nu bijna 6 jaar de verslagen van de colleges van burgemeester en schepenen.  Regelmatig frons ik mijn wenkbrauwen als ik de adviezen lees welke rationeel zijn van aard en veelal goed onderbouwd - waarbij mijn dank aan de administratie die deze adviezen levert - en de talrijke keren dat het college die adviezen ongemotiveerd naast zich neerlegt en anders beslist.  Het ongegeneerd en ongemotiveerd negeren van adviezen van de administratie en externe adviesverleners kent een triest hoogtepunt in het College van 24 april 2017, punt 39. Hierin wordt geoordeeld over een stedenbouwkundige vergunning voor een bedrijf.

Laat me vooreerst duidelijk zijn : wij vinden het als N-VA fractie heel goed dat bedrijven in onze gemeente goed werken : ze zorgen voor tewerkstelling en voor inkomsten.  
En ik kan begrijpen dat, in het kader van tewerkstelling, je, af en toe, compromissen moet kunnen sluiten en een stuk kan (mag) afwijken van de huidige reglementering en wetgeving.  Dat is ook voorzien.  Bij een RUP staat het het college vrij om “beperkte afwijkingen” toe te staan.  Geachte burgemeester en schepenen, mijn vraag gaat over de redenen die aan de grondslag liggen van afwijkingen, welke op geen enkele manier nog als “beperkt” kunnen aanzien worden.

Er is immers het negatief advies met zeer omstandige motivatie van de Provincie Oost-Vlaanderen, directie Leefmilieu, dienst Integraal Waterbeleid, maar ook een sterk gemotiveerd negatief advies van uw eigen administratie.  Samengevat komt het erop neer dat deze aanvraag de voorschriften van het RUP zeer ver overschrijdt en zelfs onderuit haalt..

De administratie van onze gemeente merkt terecht op en ik citeer : 
“Zoals hoger omschreven kan gezien de grote verschillen met de van kracht zijnde specifieke voorschriften en met afwijkingen tot 600% bezwaarlijk nog sprake zijn van beperkte afwijkingen die in overeenstemming zijn met de algemene strekking van het RUP ‘Kluizenmolen’. Tevens zijn er bij de beoordeling van de aanvraag zaken vastgesteld die niet in overeenstemming zijn met de voorgeschreven bestemming. Einde citaat.

Algemene conclusie van onze administratie  en ik citeer : 
“Met uitzondering van de voorziene werkzaamheden aan de bestaande loods dient voor het overige algemeen geoordeeld dat de aanvraag in zijn huidige vorm manifest in strijd is met de van toepassing zijnde specifieke stedenbouwkundige voorschriften evenals met de specifieke verkoopsvoorwaarden, zodat er geen elementen voorhanden zijn die een inwilliging ervan kunnen verantwoorden.” Einde citaat.
Maar niet enkel met de voorschriften van het RUP houdt het college geen rekening, ook met de buur én het waterbeleid wordt geen rekening gehouden.  Ik citeer opnieuw het advies van de administratie : 
“Maar wanneer het akkoord van de buur tot de oprichting van de gebouwen tot op de scheiding en het onderhoud van de gracht niet in het dossier zit, kan het college de vraag tot vergunning enkel weigeren. Ook in het momenteel voorliggende dossier is geen akkoord van de aanpalende opgenomen.”
Einde citaat.

U heeft uw mond vol over waterbeleid.  Wel dan moeten grachten kunnen geruimd worden.  Om die reden is er een bouwvrije strook van 5 meter voorzien langs de gracht.  Wel, het college negeert dat gewoon.  Onze gemeente zal bijgevolg een gracht hebben waar niet meer kan geruimd worden langs de voorziene plaats.  Ik citeer, nu uit het advies van de provincie :
“Op 01/03/2016 werd door Provincie Oost-Vlaanderen, directie Leefmilieu, dienst Integraal Waterbeleid, een ongunstig advies gegeven om volgende redenen :
- er wordt gebouwd binnen de 5m-erfdienstbaarheidszone van de waterloop;
- er zijn geen maatregelen getroffen om de versnelde afvoer te vermijden van het afstromend hemelwater van de verharde grondoppervlakte naar de waterloop. Er dient hiervoor een infiltratievoorziening te worden aangelegd;
- voor de aansluiting van een leiding op een geklasseerde waterloop is een machtiging van de deputatie nodig. Indien een nieuwe aanvraag wordt ingediend kan de machtigingsaanvraag gecombineerd worden met een stedenbouwkundige aanvraag, zoniet moet een aparte machtigingsaanvraag worden ingediend.”
Einde citaat.

Verder wordt er opgemerkt dat inzake de watertoets - dus in verband met goed waterbeleid - de vergunning dient geweigerd te worden.  Dat staat zo in het advies dat u allen als college kreeg.

En alsof dat niet genoeg is.  In het RUP is opgenomen dat maar 90% verhard mag zijn en 10% moet ingericht worden als groenzone.  Weeral met hetzelfde doel : afvoer en infiltratie van regenwater.  Maar ook dat advies negeert u en u staat toe om 100% te verharden.

U zult begrijpen dat ik zeer geïnteresseerd ben in de elementen die volgens het college een inwilliging wel zouden kunnen verantwoorden.  Voor alle duidelijkheid geef ik nog mee dat het op geen enkele wijze verband houdt met het aanvragende bedrijf, maar wel met de verantwoording van uw beslissing als college. Vandaar mijn vragen :

1) Welke rationele elementen hebben het college ertoe aangezet ondanks sterke en onderbouwde negatieve adviezen toch in te stemmen met deze vergunning ?

2) Gezien het feit dat u dit nu goedkeurt en instemt met al de afwijkingen ten opzicht van het GRUP, kunnen bijgevolg andere handelszaken zich minstens afvragen waarom zij niet van dergelijke afwijkingen kunnen genieten.  Graag een overzicht van de aanvragen waar u de aanvraag geweigerd hebt en waar deze bedrijven minstens op één van de punten een gelijkaardige afwijking vroegen : hoogte van constructies, bouwvrije zones, akkoorden van buurpercelen, infiltratie, groenzones, toegankelijkheid gracht, hoogte van stapeling producten, … )  dan wel dat ze hun aanvraag hebben moeten aanpassen rekening houdend met de adviezen die gegeven werden.

3) Hoe verrechtvaardigen jullie de beslissing van het toestaan tot het bouwen in bouwvrije stroken naast een gracht, het toelaten van meer verharding dan nodig in het kader van het probleem dat we hebben in onze gemeente met het ruimen van grachten - en meer bepaald, grachten waar men niet meer aan kan, en het te snel afvoeren van het regenwater ?

Met de meeste hoogachting,

Guido De Lille
gemeenteraadslid
fractievoorzitter N-VA fractie

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is